Hoe de wraak van Lodewijk XIV bijna Nederlands ondergang werd

leestijd: 4 minuten

Het zijn drukke tijden voor Luc Panhuysen. De historicus reist momenteel het hele land door om lezingen te geven over het Rampjaar, dit jaar 350 jaar geleden. In 1672 werd de jonge Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden van drie kanten ongenadig aangevallen door machtige vijanden. Panhuysen is schrijver van een imposant boek over het Rampjaar en geldt als expert op dit onderwerp. Hij is veelvuldig te zien in de geschiedenisserie Het Rampjaar 1672, nu te volgen op NPO 2. De interesse voor het onderwerp is groot, merkt hij.

Luc Panhuysen: “Die lezingen over het Rampjaar geef ik al een paar jaar. Maar nu zitten mensen letterlijk op het puntje van hun stoel. Ik heb het idee dat het verhaal van het Rampjaar voor heel veel mensen allerlei elementen uit de actualiteit laat leven. Een vraag die mij nu gesteld wordt is bijvoorbeeld ‘is Lodewijk XIV de Poetin van nu?’. Ik begin mijn antwoord dan met enkele obligate mitsen en maren. Maar het is waar. Lodewijk XIV was dé agressor in 1672. Zo zijn er nog veel meer parallellen met het heden aan te wijzen.

Luc Panhuysen

Dat de situatie van toen wordt vergeleken met de situatie nu, is logisch. Je neemt de geschiedenis mee naar je eigen tijd. En als je in je eigen tijd opeens zulke veranderingen ziet en meemaakt hoe ingrijpend een oorlog is, dan gaan mensen ook zichzelf veel meer verplaatsen in hoe het is om in oorlog te zijn. 

In Slot Loevestein werd me gevraagd of Willem III van Oranje de Zelensky van nu is. Dat is niet zo gek gedacht. Want beiden hadden weinig ervaring in de politiek. Beiden hadden geen ervaring met het leiden van een leger. Willem III had in 1672, toen hij stadhouder werd van Holland en Zeeland, een hopeloze uitgangssituatie. De overmacht van het leger van Frankrijk was enorm. En tóch redt hij het. En dat komt door buitenlandse bondgenootschappen. Willem III heeft razendsnel moeten leren om bondgenoten te maken, om van zijn probleem een internationaal probleem te maken.”

Buitenlandse bondgenootschappen hebben de Republiek uit het Rampjaar gered. Maar ze vormen ook de aanleiding waaruit het Rampjaar is ontstaan. Want Frankrijk was uit op wraak. De serie laat stap voor stap zien hoe dat in zijn werk ging. Luc Panhuysen benadrukt hoe belangrijk bondgenootschappen waren en zijn.
 
Luc Panhuysen: “Het Franse leger was in 1667 de Spaanse Nederlanden binnengevallen, het huidige België. Frankrijk nam hapjes uit het stootkussen dat het kleine Nederland een veilig gevoel had gegeven. De Republiek heeft daarop een bondgenootschap gesloten met een paar andere landen om de Fransen te verjagen. En dat is gelukt. Lodewijk XIV droop met zijn staart tussen de benen af, maar was zo beledigd dat hij wraak wilde nemen. En dat werd het Rampjaar.

Zowel Frankrijk als Engeland waren aan het begin van de 17de eeuw verwikkeld in burgeroorlogen. Ze hadden hun handen vol aan zichzelf. Daarmee waren de wereldzeeën ondertussen min of meer vrij voor Nederlandse scheepvaart. Maar toen de burgeroorlogen verleden tijd waren, gingen Frankrijk en Engeland ook naar die wereldzeeën kijken en dachten ze: wat de Nederlanders doen, kunnen wij ook. Daar komt bij dat ze internationale handel zagen als wat de één verdient, dat kan de ander niet verdienen. Wat de Nederlanders aan rijkdom bij elkaar wisten te verdienen aan handel, ging in deze definitie ten koste van hen. En oorlog hielp enorm om je eigen handel te versterken.”

Met de aanstelling van de jonge prins Willem III als stadhouder in 1672 kwam er een eind aan het stadhouderloze tijdperk. Na 22 jaar nam een Oranje weer de leiding. Volgens Panhuysen is het niet zo gek dat een onervaren Oranje aan de macht kwam toen de nood het hoogst was. Het volk wilde niet anders. 

Luc Panhuysen: “De Oranjes waren al een paar generaties lang in het centrum van de macht in de Republiek. Dat was natuurlijk begonnen met Willem van Oranje die de 80-jarige oorlog was begonnen tegen de Spanjaarden. Met het succes hadden ze een reputatie en vertrouwen opgebouwd. Ze waren het vaste gezicht van de Republiek geworden en een teken dat God in de hemel de Nederlandse Republiek steunde. Hoe anders had de Republiek het onder de Oranjes zover kunnen schoppen tegen de Spanjaarden?

Willem III, prins van Oranje

In 1650 viel de macht van de Oranjes plotseling weg bij gebrek aan een volwassen vertegenwoordiger: Willem II stierf aan de pokken, terwijl zijn zoontje acht dagen later geboren werd. Dat was voor heel veel mensen een reden tot grote zorg, want God zou mogelijk zijn steun weer kunnen terugtrekken. We praten nu echt over een andere tijd. Geloof is heel erg traditioneel en wijdverspreid. Ook waren het monarchale tijden: landen werden bijna overal geregeerd door koningen. En koningen zijn plaatsvervangers van God. Haal je die plaatsvervanger weg, dan kan God zich weleens achter de oren gaan krabben en zeggen: Hee, dat gaat zomaar niet. Het baarde mensen echt zorgen.”

Panhuysen benadrukt hoe belangrijk het geloof was in de 17e eeuw en hoezeer dat doorwerkte in de maatschappelijke orde.

Luc Panhuysen: “Het verleden bestaat uit geloof. Dat móet je tot je door laten dringen om het te begrijpen. Een mensenleven duurde in de 17de eeuw gemiddeld maar 45 jaar. Mensen zagen dierbaren om zich heen sterven aan de meest verschrikkelijke ziektes en domme ongelukjes. Winters waren veel kouder dan nu. De schaarste was veel en veel groter. Bijna iedereen in Europa maakte in zijn leven wel eens een keer oorlog mee. In dit volstrekt andere leven is God enorm belangrijk, want mensen verliezen zo ontzettend veel. Een algehele uitroep van troost in de 17de eeuw is ‘God geeft en God neemt’. Je hebt je er maar in te schikken. Het is ongelofelijk hoe gelaten mensen de grootste wreedheden over zich heen konden laten gaan. Ik heb mij heel vaak verwonderd over hoe ontzettend zinvol het geloof voor die mensen moet zijn geweest.”

Het Rampjaar 1672 is elke vrijdag te zien op NPO 2 om 22.20 uur en te bingen op NPO Start. Luc Panhuysen is in elke aflevering te zien. Zijn boek is getiteld Rampjaar 1672.