Een burn-out kan plots toeslaan: “Ik zat midden in een zandstorm”

Aan het begin van een nieuw jaar is iedereen druk bezig met goede voornemens bedenken. Inmiddels zijn we drie weken verder. Geconfronteerd met de realiteit stellen we onze goede voornemens, zoals elk jaar, bij. Waren de verwachtingen misschien te hoog? We vergelijken onszelf vaak met anderen die het beter lijken te hebben. Het gras is altijd groener bij de buren, toch? In 2021 hadden bijna 1,3 miljoen Nederlanders last van burn-out klachten, waarvan een opvallend grote groep jonge mensen. Zij vertellen hun verhaal in de 2Doc: Brandstof.

Dat we midden in de koude wintermaanden niet gelijk allerlei doelen halen is logisch. Het natuurlijke moment voor een frisse start ligt eigenlijk in de lente. Wanneer de wereld om ons heen ook weer opbloeit. Toch zit er iets in ons dat wil presteren, of zelfs moet presteren. Maar op een bepaald moment is de maat vol. Een burn-out kan dan opeens toeslaan. Trillen, overprikkeld zijn, even niets meer kunnen. ‘Er was eigenlijk niks, te veel van niks. Ik voelde me gevangen in een woestijn, midden in een zandstorm.’

Hoe kan het zo ver komen? Naast de druk om te presteren is er vaak te weinig aandacht voor de gevaren van een burn-out. 40% van de werknemers voelt zich niet gezien door de werkgever als het gaat om mentale gezondheid. We zien collega’s en vrienden hard werken en een leuk leven hebben. Als zij dat allemaal kunnen, dan moet het bij ons toch ook lukken? Hard werken en geen zwaktes willen tonen zien we als de norm. Uitspraken als ‘jij kunt dit!’ en ‘niet huilen, hè?’ zorgen ervoor dat deze mensen ja zeggen tegen alles.

Bij jonge mensen is de druk nog hoger. Want dit is toch het startpunt van je volwassen leven? Dan zou je juist hoog in je energie moeten zitten. Dit idee van timing, nú moet je laten zien wat je kan, kan voor ongezonde prestatiedruk zorgen. Burn-outs komen het meest voor tussen de 30 en 34 jaar. Maar de leeftijdsgroep hier onder is een risicogroep omdat perfectionisme en onzekerheid aan het begin van de arbeidsmarkt een rol spelen. De jongste generatie heeft hierbij last van onbegrip als ze kampen met burn-out klachten. ‘Hoezo, je werkt toch niet de hele dag? Je gaat nog naar school en ziet je vrienden, toch?’ Alsof het onmogelijk is om een burn-out te krijgen als je geen topfunctie bekleed. ‘Het is gewoon even een down-momentje, ik ben ook weleens moe.’ Als je dit steeds maar blijft horen, schuif je op den duur je eigen gevoelens op zij en probeer je maar gewoon door te gaan. Terwijl je weet dat je dit eigenlijk niet meer kan.

Hoe kom je hier dan weer uit? In de korte documentaire Brandstof vertellen jonge mensen over hun ervaringen met een burn-out. Hoe kwam het zover en hoe gaat het nu met ze? Wat heeft hen geholpen? Veel van hen geven aan dat het moeilijk maar belangrijk is om toch te luisteren naar je lichaam. Ook hebben ze het verschil tussen stress en ongezonde stress moeten leren kennen. Je eigen grenzen kennen en beseffen dat het oké is om die aan te geven is volgens de geïnterviewden in Brandstof hierbij het belangrijkst: “Mensen zijn geen machines, maar emotionele wezens.” De reden dat je tegenwoordig zo vaak hoort over burn-outs is omdat we ons met zijn allen nog te veel op prestaties en resultaten richten. Als gezamenlijk goed voornemen zouden we beter naar elkaar moeten luisteren.

De documentaire Brandstof kijk je op NPO Start.