Logo NTR

"Wij wisten wel beter"

Eerste liefde, dat is waar de Boekenweek dit jaar om draait. Speciaal voor Libelle schreef Eus daarom een brief aan zijn eerste liefde: Ruby. Komende week is Eus de hele week op NPO 2 te zien met Eus' Boekenclub.

Lieve Ruby,

Af en toe zie ik je in jouw autootje langsrijden. Of althans een schim van wie je was, ongeveer twintig jaar geleden, toen wij – tot ieders verbazing – op de middelbare school verkering met elkaar kregen. 

Jouw lichaam, in die dagen rank en onbezoedeld, is inmiddels te groot voor de kleding die je koopt of krijgt. Je blote buik hing zelfs de laatste keer over je strakke jeans, terwijl het buiten hoosregende. Ik bleef op dat moment staan, op de hoek van de winkelstraat, onder mijn paraplu, om wat langer naar je te kijken. Wat mij verbijsterde, was de blik in ogen, die twee decennia later niet meer onschuldig was, maar verbeten en zelfs een tikkeltje agressief. 

Het meisje in jou, met wie ik voor het eerst samen mocht zijn, is niet meer.

Ik heb links en rechts al gehoord dat het leven voor jou op een teleurstelling is uitgedraaid, over de man met wie je veel te vroeg een relatie kreeg en wiens drugsverslaving jij als vanzelfsprekend hebt geadopteerd, zoals dat nu eenmaal gaat met partners die een symbiotisch geheel willen vormen. We leveren een beetje in van onszelf en nemen net teveel van de ander, waardoor de authenticiteit aan beide kanten verdwijnt, of ze wordt als referentie gebruikt in ruzies, met de toevoeging dat vroeger, zonder die ander, alles beter was.

Ik weet niet of jij aan zelfreflectie en dat soort zaken doet. Maar ik kan me best voorstellen dat je nu, door de wending die het leven nam, geen positief beeld hebt over jezelf, de maatschappij en allicht de hele wereld. Wanneer was iemand voor laatst aardig voor je?

Om die reden moet je iets weten. Ik koester nog steeds warme herinneringen aan ons samenzijn, dat door buitenstaanders misschien als kalverliefde werd gekwalificeerd, maar wij wisten wel beter. In het wereldje waarin ik opgroeide, in de slechte buurt van Deventer, durfden we alleen maar te dromen van meisjes als jij. Dat had niet alleen met je rijke ouders uit Diepenveen te maken, maar simpelweg ook met je enorme schoonheid.

Wij voelden ons niet gezien, wist je dat? Letterlijk en figuurlijk niet. Terwijl ik dit schrijf, besef ik voor het eerst dat ik het nooit aan jou heb kunnen vertellen, om de doodeenvoudige reden dat ik destijds zelf ook niets begreep van sociale klassen. 

Het talent om te redeneren, formuleren en analyseren is pas veel later gekomen. 

Tijdens onze verkering was er vooral veel frustratie waaraan ik geen woorden kon geven doordat ze niet tot mijn instrumentaria behoorden. 

Ik denk dat wij de liefde om die reden zo intens hebben beleefd. Zonder dat je het wist, liet je me voor het eerst voelen dat ik er óók mocht zijn, ondanks alle onheilspellende toekomstbeelden van de juffen op school en mijn eigen ouders, die bleven volhouden dat dubbeltjes nooit kwartjes zouden worden. Op één gebied zaten ze toen er al flink naast: ik kreeg verkering met het mooiste meisje van Deventer en omstreken. 

In het jaar dat we met elkaar gingen, zoals we dat hier noemen, kwamen we veel tegenstand en weerzin tegen, van wildvreemden tot onze eigen ouders, allemaal hadden ze een mening over de merkwaardige combinatie die wij vormden. Dat het spaak liep, had niets met hen te maken, het was een uitvloeisel van onze eigen onverzadigbaarheid en hang naar sensatie. 

Dat we elkaar in dezelfde week hebben bedrogen is eigenlijk, met de kennis van nu, ongekende slapstick en ik kijk er dan ook helemaal niet rancuneus op terug.

Ik hoop je snel weer te zien, misschien wel te spreken. Dan kan ik je nog eens bedanken voor de richting waarop je me hebt geduwd – je exposeerde een onzichtbaar kind. Ineens was ik er. En daarna ben ik ook niet meer verdwenen. Als je denkt dat het leven niets waard is, weet dan dat je mijn bestaan blijvend positief hebt veranderd. Misschien vind je dat dat een schrale oogst. Voor mij is hij onbetaalbaar.

Groetjes,

Eus