Een imago dat je jezelf wilt geven of opgelegd krijgt

woensdag 1 maart 2017 | Speelduur: 6 minuten

Peter, wij gaan het hebben over beeldvorming. Wat bedoelen we daarmee in politieke context? Ik versta daaronder: Het imago dat je wil hebben of dat je door je tegenstander opgelegd krijgt. Ja. Nu hoor je, buiten maar ook in de politiek, voortdurend...dat beeldvorming zo belangrijk is. Is dat altijd zo geweest? Bij ons eigenlijk niet. We hadden altijd wel politici met een beeld. Bijvoorbeeld Drees. Drees staat bij ons bekend als de man van het mariakaakje. Ja, Drees was een... Een zuinige man. Precies. Dit serveerde hij aan de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken toen hij op de theekwam. Dat zijn hele gortdroge... EEN mariakaakje kreeg die. Eentje? Ja, en daarna was 't klaar. En het effect daarvan was, dat die minister zei: Dit land is zo arm, dat moet Marshallhulp krijgen. Dus het was geen beeldvorming, het was beeld. Ja. En pas later in Nederland zijn we ook begonnen met beeldvorming. In Amerika is het al wel heel oud. Zijn er voorbeelden, van vroeger al, die duidelijk maken dat in Amerika die beeldvorming al een kwestie was? Zeker. Ik heb een mooi voorbeeld bij me. Dit is de vrijwel onbekende president William Henry Harrison. Deze man maakt hier campagne met een blokhut. Daarmee refereert hij aan z'n afkomst. Hij is arm. Hij zegt: Ik ben van eenvoudige komaf. Dit plaatje gebruikt hij bewust, maar klopt niet. Hij komt uit een heel rijk gezin. Hij komt van een plantage uit een enorme mansion. Daarna krijgt-ie zelf ook last van beeldvorming. Hij was de oudste president aller tijden toen. Kon hij wel president zijn als hij zo oud was? Dat ging hij bewezen. Hij hield een inaugurele rede van anderhalf uur in de kou, in de regen en in de ijzel, zonder jas, zonder hoed. 's Avonds lag hij ziek te bed en drie weken later was hij dood. Dit is de man die het kortst president is geweest ooit. Dan heb je beeldvorming net iets te serieus genomen. Ja. Een ander voorbeeld is Franklin Roosevelt. De man had polio gehad op vrij jeugdige leeftijd en zat in een rolstoel. Alleen wist niemand dat. Er zijn maar drie foto's bekend van 'm dat-ie in een rolstoel zat. Als je 'm ziet in de filmpjes uit die tijd...zie je 'm ook lopen, terwijl hij dat helemaal niet kon. Je ziet op dat filmpje: Hij beweegt een beetje... maar echt lopen is het niet. Maar dit was net genoeg. En hij kon hiermee het beeld uitstralen: Ik heb polio overwonnen. Dat bestaat niet, maar hij bracht dat beeld wel naar buiten. 'En daarmee kan ik alles overwinnen.' 'Dus ook de economische crisis, ook nazi-Duitsland. Daarmee ben ik een sterke leider.' Hij heeft dat echt gebruikt voor zijn beeldvorming. Gaan we terug naar Nederland. Op welk moment in onze geschiedenis wordt beeldvorming belangrijk? Ik heb een filmpje meegebracht van de eerste poging tot echte, bewuste beeldvorming. We zien hier Hans van Mierlo, van D66. D66 werd opgericht door journalisten en reclamemensen, dus echt mensen die bezig zijn met beeld. En als we zo bij het einde zijn...daar zou ieder ander filmpje begonnen zijn. Maar daar houdt het hier op. Op het moment dat hij inhoud moet gaan vertellen, houdt het op. Ons plan voor een nieuw kiesstelsel, voor vernieuwing en verjonging. Voor doorbreking van het oude, vastgeroeste partijpatroon. Ik moet proberen het goed te vertellen. Dit is het beeld van de intellectuele, aantrekkelijke... nieuwe, andersdenkende lijsttrekker. Randstedelijke. Ja. Dus dit was in Nederland een belangrijke omwenteling. Ja. En hier zagen mensen ook dat het kan werken...want D66 was meteen een groot succes. Maar het kan ook misgaan. We hebben bijvoorbeeld twee CHU-politici. De CHU was zo'n beetje de saaiste partij in de Tweede Kamer. De Christelijk-Historische Unie. We hadden toen Damslapers. En dat waren hippies. Deze twee saaie mensen van een saaie partij gaan daartussen zitten…om maar te doen alsof ze ook hip is. Nou, dat werkte dus absoluut niet. Als we naar die foto kijken... Je voelt het ongemak. Ja, he? De dame rechts is de freule Uyttewaall van de Christelijk-Historische Unie. Dit heeft dus ook helemaal niets positiefs opgeleverd, deze actie. Het past niet bij het imago van de politicus. Nee, dus als het verschil tussen hoe wij iemand waarnemen…en wat we 'm zien doen, te groot wordt, werkt het averechts. Ja. Dan gaan we naar de campagne van nu. Goedemorgen. Goedemiddag eigenlijk. Leuk u allemaal te zien. Onze premier. Die overal mee wegkomt. Te gek. Ik hoop dat u op mij stemt. De joviale Rutte. Hij wordt geloofd. Leuk, he? Mensen denken dat hij zo is. Hij heeft er zin in. Ja. Dit is gewoon een leuke buurman die toevallig premier is. Hoe is het leven? Jeanine! Ja, baas. Hoi. Hoe is het? Is het leuk? Enig. Super. Dit is allemaal spontaan. Dit is echt spontaan. Maar dat kan dus ook wel. Ja. Dus er is geen wetmatigheid. Nee. Het is tijdgebonden, cultuurgebonden. De ene tijd heeft een andere leider nodig dan de andere tijd. Dus je moet ook geluk hebben met je imago. Hoi. Groeten thuis.