Rembrandt maakte er maar één

maandag 4 februari 2019 | Speelduur: 2 minuten

Bij een stilleven is het belangrijk dat de objecten er levensecht uitzien en daar waren Rembrandt en zijn tijdgenoten erg goed in. Voor een schilder was een stilleven de ultieme kans om te laten zien dat die oppervlakte, materialen in beeld kon brengen. De kopers van stillevens konden laten zien dat ze midden in de wereld stonden, ze kennis hadden van Chinees porselein, tapijten uit het Midden-Oosten of peper uit Indonesië. Talloze stillevens zijn er in de 17e eeuw gemaakt. Rembrandt maakte er één. Maar hij doet het totaal anders dan zijn tijdgenoten. Hij vertelt een verhaal. Hij geeft echt leven aan een schilderij. Hij plaatste in een venster en zet in de achtergrond een meisje dat toekijkt en daarmee worden wij een soort van voorbijgangers. De Nederlandse schilders uit de 17e eeuw waren meesters in de weergave van verschillende materialen. Dat lijkt heel makkelijk, maar was buitengewoon lastig want je wil leven geven, wil proberen om die objecten tastbaar te maken en daar is bijzonder veel techniek voor nodig. Rembrandt beheerst die techniek perfect. Door de omgeving hier minder uitgewerk te laten leidt hij ons oog naar het centrum van zijn voorstelling: de treurende Jeremia te midden van verschillende objecten. En ieder object werkt hij op zijn eigen manier uit: zilver, een tapijt, een mantel en de baardhaartjes tot in een minuscule details.