Je kleine hersenen moeten zich opnieuw programmeren

woensdag 13 januari 2021 | Speelduur: 3 minuten

Heb je goed geoefend, Janouk? Ja. Zeker. Ik heb de afgelopen tijd iedere dag even op dit fietsje geoefend. Het is namelijk een bizarre fiets. Hij is namelijk zo afgesteld dat het precies omgekeerd werkt. Dus als ik naar links stuurt, gaat de fiets naar rechts. En als ik naar rechts stuur, gaat-ie naar links. Een knutselprojectje van de Prof. Hartstikke leuk. Je hebt niet meer op je gewone fiets gezeten? Nee. Ik heb alleen op deze gefietst. Maar ik vond het niet per se makkelijk. Je bent gewend aan wat je ooit hebt aangeleerd. Precies. Ik ben daarom benieuwd of dit je gaat lukken. Ben je er klaar voor? Go! Komt-ie. Pas op de Prof zijn meniscus. Waah! Goed gedaan. Nou, ik vond het nog best moeilijk, eigenlijk. Het is niet zo slecht gedaan, hoor. Niemand kan opstanding fietsen zonder goed te oefenen. Als je wilt fietsen zonder om te vallen moet je dus van die snelle, nauwkeurige bewegingen met je stuur maken. Zodat je in balans blijft. Dat soort kleine bewegingen, motoriek, wordt geregeld door een gebied achterin je hoofd. Dat heet de kleine hersenen. Door dat te oefenen op dit gekke, kleine fietsje wat ik had geknutseld, heb je die kleine hersenen opnieuw moeten programmeren. Ik fiets al heel wat jaren op een gewone fiets. Over jouw gewone fiets gesproken, die pak ik erbij. Nou. Ja. Ik wil nu eigenlijk dat je dit stukje op je gewone fiets gaat rijden. Mm. Denk je dat het gaat lukken? Tuurlijk. Doe ik al jaren. Klaar? Start! Ow! Whoe! Lastig, he, Janouk. Nou. Nogal, ja. Nou, je bent er. Hoe voelde dat? Nou, wel raar. Alsof ik helemaal niet meer kan fietsen. Ja, precies. Kijk, door dat oefenen op dat gekke fietsje van mij heb je geleerd om je stuur naar links te bewegen als je de ene kant opvalt en naar rechts als je de andere kant opvalt. Dat is het omgekeerde van wat je normaal doet op de fiets. Daarom lukt het fietsen op je gewone fiets niet meer. Maak je geen zorgen. Paar uurtjes oefenen en je fietst weer als vanouds. Paar uurtjes! Ik heb zo 'n afspraak. Daar wil ik op de fiets naar toe. Kom op, 'n beetje doortrappen, Prof. Ik moet er een half uurtje zijn.